Geef mij nu je (online) angst

Eva de Boer, participatieadviseur
In 2019 maakte 89% van de 55- tot 65-jarigen in Nederland gebruik van social media. Volgens een peiling van ANBO is een derde van de ouderen die voor de virusuitbraak niet op internet zat, er alsnog gebruik van gaan maken. Senioren die al online waren, zijn vaak meer met internet gaan doen. Toch zijn in elke buurt inwoners te vinden die niets moeten hebben van dat “online gedoe”. Omdat ze de overheid wantrouwen, twijfels hebben over de privacy of gewoon niet zo digivaardig zijn. In een inclusieve samenleving hebben alle inwoners de mogelijkheid om te participeren. Dus hoe neem je die online angst weg, zeker nu alles digitaal lijkt te gaan? Wij zetten een aantal praktische tips voor je op een rij.
1. Een goede voorbereiding is het halve werk
De sleutel tot succes ligt al bij de start van het participatietraject. Visualiseer voor je begint het hele participatiepad. Denk alle stappen goed uit. Hoe wil je mensen laten meedenken? Wat verwacht je van ze? Wat mogen ze van jou verwachten? Hoe koppel je terug? Kies je middelen en stippel het hele traject vervolgens uit in de tijd: wanneer gebeurt wat? En wat is er dan precies nodig om ook de minder digivaardige doelgroepen naar de online participatiemogelijkheid te leiden?
2. Creëer één centrale, betrouwbare plaats online
Versnippering van informatie kan online angst aanwakkeren. Met een centrale informatiebron (bijvoorbeeld een online participatieplatform van Mett) neem je veel zorgen en drempels weg. Een platform waar altijd het meest actuele nieuws over het project te vinden is, schept vertrouwen. Zeker als daar gebruik wordt gemaakt van vertrouwde symbolen, logo’s en huisstijlen. Vanuit zo’n stabiel en herkenbaar platform kun je vervolgens social media als Facebook, LinkedIn, Instagram of X inzetten om de inwoners naar het platform te leiden. Maar ook het plaatselijke huis-aan-huis blad.

De sleutel tot succes ligt al bij de start van het participatietraject. Visualiseer voor je begint het hele participatiepad. Denk alle stappen goed uit.
3. Het kan niet zonder offline
Ook in tijden van corona blijft het belangrijk dat offline en online communicatie elkaar versterken. Het is én-én, niet óf-óf. Stuur kaartjes én een email, hang posters op bij de plaatselijke supermarkt én organiseer een online vragenuurtje. Verbind die momenten vervolgens aan elkaar. Ga de deuren langs om op 1,5 meter een praatje te maken en plaats daarvan een vlog online. Zo voelt iedereen zich betrokken.
4. Verlaag de drempel
Veel inwoners kijken eerst even de kat uit de boom voor ze deelnemen aan een participatietraject. Dat is nu niet anders dan een half jaar geleden. Als de kwestie voor hen urgent genoeg is, lezen ze zich in en praten met medebewoners. Ze oriënteren zich en vormen een mening. Maar het delen van die mening is geen vanzelfsprekendheid. In die zin is de coronacrisis een zegen. Want waar de meest mondige burgers voorheen vaak bewonersbijeenkomsten en informatieavonden wisten te overschreeuwen, krijgt nu iedereen de kans zijn mening te delen. Je hoeft er alleen maar voor te zorgen dat de drempel om dat ook daadwerkelijk te doen zo laag mogelijk is. Dat doe je door snel te reageren op vragen, de opgehaalde input breed te delen en waar het kan inwoners met elkaar in contact te brengen. Maar ook door hele heldere instructies te maken en deze online en offline te delen. Denk dan aan een duidelijk instructieboekje, FAQ of een video. Hoe duidelijker hoe beter. Krijgt je toch nog wat weifelachtige reacties? Biedt inwoners dan aan om gewoon eens met ze te bellen om hun mening te horen.
5. Maak het persoonlijk
En tot slot, als je al wat huiverig bent om te participeren, dan ben je zeker niet geneigd mee te doen als je wordt benaderd door vragen@overheidsproject.nl. Een onpersoonlijke entiteit schept afstand en wantrouwen. Zorg daarom dat de afzender een echt mens is met een naam, een foto en contactgegevens. Want een echt gesprek vindt nu eenmaal plaats tússen mensen onderling, ook online.

Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.